Klik na het afronden van de toets op ”vragenlijst afronden”. Als je 75% of meer van de punten haalt ontvang je een certificaat. Let op; voor de ene vraag verdien je meer punten als voor een andere vraag. Wil je na het afronden je score zien en je feedback lezen, klik dan op “Bekijk vragen”.
0 of 20 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de vragenlijst al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
vragenlijst is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de vragenlijst te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 20 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
Soms denken mensen dat bij kinderparticipatie de kinderen alles beslissen en dat de PP niets in te brengen heeft. Dat is natuurlijk niet zo. Waarom niet?
Beoordeel deze stelling: Alle kinderen kunnen participeren op hetzelfde niveau.
Wat past wel bij kinderparticipatie en wat niet? Typ in de lege velden WEL of NIET.
Kinderen betrekken bij het reilen en zeilen in de groep past bij kinderparticipatie. Kinderen volledig verantwoordelijk maken voor het budget past bij kinderparticipatie. Kinderen mee laten denken over de afspraken en regels past bij kinderparticipatie. Kinderen in de groep alles zelf laten bepalen en uitvoeren past bij kinderparticipatie. Ideeën van kinderen gebruiken voor het activiteitenaanbod past bij kinderparticipatie.
Hieronder lees je vier aandachtspunten bij het vormgeven aan kinderparticipatie. Bij welke leeftijdsgroep past welke aanpak het beste? Sleep “jongste kinderen” of “oudste kinderen” naar het aandachtspunt, tot er bij alle aandachtspunten een leeftijdsgroep staat.
Opdracht met plaatjes of foto's
|
|
Opdracht die ruimtelijk inzicht vergt
|
|
Afwisseling in opdrachten
|
|
Herkenbare opdrachten
|
|
Welke basishouding van de PP is het uitgangspunt bij kinderparticipatie?
Bij kinderparticipatie zet je de kinderen zoveel mogelijk zélf aan het denken. Welke van de volgende resultaten horen bij kinderparticipatie?
Sleep de woorden WEL of NIET naar de juiste stellingen.
Zo krijgen kinderen de kans om de wereld te begrijpen
|
|
Zo leren kinderen denken in mogelijkheden
|
|
Een zelfbedacht alternatief geeft kinderen zelfvertrouwen
|
|
Een zelf uitgezocht inzicht geeft kinderen verantwoordelijkheidsgevoel
|
|
Zo kun je kinderen de best mogelijke oplossingen aanreiken
|
|
Wat bepaalt vooral of kinderen succesvol kunnen participeren?
Waarvoor is de werkvorm ‘de spreekstok’ bij uitstek geschikt?
Waar moet je op letten als je alle kinderen in de groep wilt laten participeren?
Hier moet ik op letten
|
|
Hier hoef ik niet op te letten
|
|
Hier moet ik op letten
|
|
Hier moet ik op letten
|
|
Matthijs (5) loopt met zijn klasgenoten mee naar de BSO. Als ze langs een rij struiken lopen ziet hij ineens iets liggen. Hij stopt en roept: “Kijk! Dat is een dode muis!” Zijn vriendje Joost ziet het nu ook. PP Maartje hoort achterin de groep het geroep van de kinderen en als ze zich omdraait ziet te dat er een groepje jongens bij de struiken is blijven staan. Ze neemt de kinderen die naast haar lopen mee terug en komt kijken wat er aan de hand is. “O jee…” zegt ze, “… een dode muis!” Ze hurkt naast de jongens om de muis goed te bekijken. De kinderen vinden het maar zielig en menen dat de muis niet kan blijven liggen; die moet begraven worden. Maartje bevestigt dat het zielig is en zegt dat ze de muis straks zal begraven, als de kinderen naar huis zijn. “Kom, we moeten nu echt verder, want José wacht op ons met de crackers en het fruit!”. De kinderen lopen schoorvoetend mee en Joost moppert: “Maar wíj willen hem nú begraven, anders ligt hij hier helemaal alleen!
Welke basisregel is hier vooral in het geding?
Je vangt signalen op dat het niet lekker loopt in de groep. Je gaat in gesprek met de kinderen. Wat moet je wel doen? En wat niet?
Onderzoek doen naar de behoefte van de kinderen
|
|
Oordelen over het ongewenste gedrag
|
|
Begrip tonen voor wensen en behoeften
|
|
Alternatieven zoeken als iets gevaarlijk of onwenselijk is
|
|
De norm (hoe iets hoort) prioriteit geven boven het gevoel van kinderen
|
|
Als je praat met kinderen over hun gedrag is het belangrijk dat je dit niet veroordeelt. Waarom
Sommige regels op de BSO mogen niet overtreden worden. Hoe ga je met die regels om als blijkt dat een kind ze bewust overtreedt?
Hieronder lees je vier dingen die alle vier belangrijk zijn. Welke heeft het minst te maken met kinderparticipatie?
Waar moet je op letten bij de jongste groep kinderen?
Beperk het aantal keuzes tot twee of drie.
|
|
Werk met plaatjes of laat de kinderen tekenen.
|
|
Geef overzichtelijke en begrijpelijke opdrachten.
|
|
Gebruik een beperkt aantal eenvoudige spel- en werkvormen.
|
|
Zorg voor veel afwisseling in spel- en werkvormen.
|
|
De groep (7 tot 9-jarigen) heeft een besluit genomen. Hoe lang mag de uitvoering van dat besluit uiterlijk op zich laten wachten?
De groep oudste kinderen is enthousiast aan het brainstormen over wat ze zullen gaan doen. Wat moet je als PP in zo’n geval doen?
Een reactie op onmogelijke wensen van kinderen bestaat gewoonlijk uit vier delen. Hieronder worden ze genoemd. Welke volgorde is de meest wenselijke vanuit het oogpunt van kinderparticipatie? Sleep de stappen in de juiste volgorde.
View Answers:
Je begeleidt een groep kinderen in de BSO in de leeftijd tussen de acht en elf jaar oud. Alle kinderen uit de groep willen naar het park in de wijk om een spel te doen, op één kind na. Er zijn geen afspraken gemaakt met dit kind en diens ouders over zelfstandig alleen zijn.
Wat doe je?
Je wilt het activiteitenaanbod verbreden van een groep die graag knutselt. Wat doe je in dat geval?